Week 48 – Giardia

Giardia, wie kent deze venijnige parasiet niet? Menig eigenaar van hond of kat wordt tot wanhoop gedreven doordat deze parasiet voor nare klachten kan zorgen en vaak moeilijk te bestrijden is. In dit artikel ga je nader kennismaken met Giardia lamblia en Giardiasis, dit is de ziekte die door Giardia veroorzaakt kan worden. Ook ga ik het hebben over mogelijke preventieve maatregelen, de behandelmogelijkheden en wat je kan doen om het lichaam van je dier tijdens en na behandeling op een natuurlijke manier zo optimaal mogelijk te ondersteunen.

Maak kennis met…Giardia lamblia!

Giardia lamblia (oftewel Giardia duodenalis of Giardia intestinalis) is een eencellige parasiet. Deze parasiet werd in 1681 voor het eerst beschreven door onze eigen Anthonie van Leeuwenhoek (microscopist). Giardiasis is de naam van de besmettelijke darminfectie die veroorzaakt wordt door Giarda en komt voor bij mensen en (huis)dieren, zoals honden, katten maar ook bijvoorbeeld bij paarden, kalveren, muizen en bevers. In Westerse landen wordt bij 1-16% van de huishonden Giardia aangetoond, in kennels kan dit percentage oplopen tot 46%.

Hoe Giardia lamblia te werk gaat

De levenscyclus van Giardia kent twee verschillende stadia: het stadium in de gastheer (de trofozoïet, dit is de parasiet die zich met een zuignap aan de darmwand hecht) en het stadium buiten de gastheer (de cyste). Besmetting vindt plaats door (oraal) in aanraking te komen met besmette ontlasting, drinkwater of voedsel. Bij besmetting komen Giardia-cystes het lichaam binnen door de mond. In de maag  worden cystes onder meer onder invloed van maagzuur “geactiveerd” en vormen trofozoïeten die zich in de dunne darm op de darmwand aanhechten. Hier kunnen ze zichzelf delen en vervolgens vermenigvuldigen. De trofozoïeten vormen in de dikke darm weer cystes en worden vervolgens met de ontlasting weer uitgescheiden, op zoek naar de volgende gastheer. Giardia is een zoönose en kan in zeldzame gevallen via een dier op de mens worden overgedragen.

De gevolgen van Giardia in een dier

Giardia-trofozoïeten kunnen onder meer beschadigingen aan de darmwand, ontstekingen, een verminderde barrièrefunctie van het darmslijmvlies, een verminderde opname van voedingsstoffen, immuunreacties en de remming van bepaalde enzymen in de dunne darm veroorzaken. Een verstoorde darmflora kan hiervan het gevolg zijn. Gezonde darmen zijn van cruciaal belang voor de weerstand. Giardia kan dus een grote impact hebben op de gezondheid van je dier!

Besmettingsgevaar!

Giardia is in een huishouden met meerdere dieren makkelijk overdraagbaar op de andere aanwezige dieren. Een dier kan ook zichzelf opnieuw besmetten. De cysten van Giardia blijven erg lang buiten het lichaam infectieus, het is dus belangrijk om de gehele leefomgeving van een dier dat besmet is met deze parasiet goed schoon te houden door met flink heet water te wassen. Dit geldt voor onder meer speeltjes, manden, kleden, kattenbakken, vloeren, banken, drinkbakken, voerbakken, etc. Dieren kunnen zichzelf ook weer herbesmetten door hun eigen vacht te wassen, het is dus belangrijk ook het dier regelmatig te wassen, met name het perineum en de achterhand. Bij katten kan dit laatste een no-go zijn omdat het voor veel stress kan zorgen. En vergeet ook vooral je eigen handen niet, hoewel de kans klein is, is besmetting van dier op mens wel mogelijk.

Symptomen

Vaak vertoont een dier met een Giardia-infectie geen symptomen, Als er wel symptomen zijn dan is er vaak sprake van een wisselende consistentie van de ontlasting, (chronische) diarree (soms met bloed of slijm), buikpijn, misselijkheid, overgeven en gewichtsverlies. Dieren kunnen als gevolg hiervan een verminderde eetlust hebben en minder actief zijn. Inflammatory bowel disease (IBD, chronische darmontsteking) en een verstoorde darmflora zijn voorbeelden van mogelijke lange termijngevolgen van een niet gediagnosticeerde (chronische) Giardia-infectie. Onder meer jeukende huiduitslag, ontstekingen in meerdere gewrichten (polyartritis) en alvleesklierontsteking (pancreatitis) komen in zeldzame gevallen van chronische giardiasis voor.

Aanleg?

Giardia zien we als een “gewone” darmbewoner die pas in geval van ziektesymptomen behandeld hoeft te worden. In welke mate Giardia kan koloniseren in de dunne darm is onder meer afhankelijk van de algehele gezondheid van de gastheer (in dit geval de hond of kat) of het dier een gezond gewicht heeft (of niet), de leeftijd en hoe het immuunsysteem reageert. Het ene dier zal dus vatbaarder zijn dan het andere voor Giardiasis. Hele jonge dieren of dieren met een verminderde weerstand hebben vaker klachten.

Groter risico

Giardia lamblia kan voorkomen in sloten en plassen. Het drinken hieruit vormt dus een risico, net als het wandelen in uitlaatgebieden waar veel honden poepen of het in contact zijn geweest met besmette dieren. Bij honden die in kennels leven of op andere plekken waar veel honden bij elkaar leven, zoals in een asielomgeving, is het risico op besmetting veel groter. Datzelfde geldt voor katten.

Preventie, het natuurgeneeskundig stokpaardje

In de natuurgeneeskunde doet men het liefst aan preventieve gezondheidszorg. Ook al heeft een dier klachten, dan nog is ons advies ook altijd gericht op preventie, op het zoveel mogelijk voorkomen van herhaling van klachten. Bij ons is preventief advies gericht op het zoveel mogelijk aanpassen van leefstijl en voeding op de diersoort, het specifieke ras en individu. Uiteindelijk stimuleer je hierdoor het zelfgenezend vermogen van het lichaam. Dat heeft een betere weerstand tot gevolg en daardoor zowel een minder grote kans op ziekte als een sneller herstel.

Darmgezondheid, basis van alles

Preventieve maatregelen om een Giardiabesmetting zoveel mogelijk te voorkomen zijn het zo optimaal mogelijk houden van de weerstand van je dier. Hierbij is het ook erg belangrijk dat je dier zichzelf kan zijn en ook naar zijn eigen behoeften kan leven.  De weerstand wordt voor ongeveer 80% bepaald in de darmen. Factoren die van invloed zijn op de darmgezondheid zijn onder meer voeding, leefstijl, stress, medicatie en parasieten. Het is dus belangrijk om al deze factoren onder de loep te nemen en waar mogelijk en waar nodig verbeteringen door te voeren.

Do’s

Het vermijden van drukke hondenuitlaatplekken waar veel gepoept wordt en proberen te zorgen dat je hond niet uit sloten of plassen drinkt is belangrijk om besmetting zoveel mogelijk te voorkomen. Als je weet dat je dier een Giardia-infectie heeft, ruim dan ook de drollen op zodat andere dieren niet besmet kunnen raken. Regelmatig (ongeveer 4 keer per jaar) ontlastingsonderzoek laten doen is een waardevolle preventieve maatregel die onder meer wordt geadviseerd door veterinair parasitologisch laboratorium Het Woud.

Preventieve middelen

Soms wordt door diereigenaren gekozen voor het preventief geven van krachtige kruiden vanwege de anti-parasitaire werking. Ook deze natuurlijke stoffen kunnen, net als reguliere middelen, een flinke impact hebben op de darmflora. We raden dan ook niet aan om zomaar natuurlijke anti-parasitaire middelen te geven zonder dat is aangetoond dat er sprake is van een parasitaire infectie. Over het preventief geven van reguliere anti-parasitaire of anti-wormmiddelen zijn de meningen verdeeld, zo kan het resistentie in de hand werken, heeft het mogelijke nadelige effecten op het lichaam en de darmflora (waarover ik verderop in dit artikel nog iets meer zal vertellen) en zijn er nadelige effecten voor het milieu (reststoffen van medicatie komen in de ontlasting terecht).

Diagnose

Ongeveer 20% van de dieren die Giardia bij zich dragen scheidt niet dagelijks Giardia-cystes uit. Om zeker te zijn dat er sprake is van besmetting kan het daarom nodig zijn om 3 dagen achter elkaar ontlasting te verzamelen en hierop te testen voor een betrouwbaar resultaat. In de dierenartsenpraktijk wordt, om een diagnose te stellen, meestal getest door middel van de flotatietest (cystes of trofozoïeten) of de ELISA snaptest (antigenen).

De reguliere behandeling van Giardia

Fenbendazol (Panacur) is het eerste-keus-middel bij de behandeling van Giardia bij honden en katten. Een eerste behandeling duurt meestal 3 dagen. Soms is het nodig de behandeling te herhalen of een ander middel te geven (Metrobactin, de werkzame stof is Metronidazol, dit is een antibioticum) als blijkt dat Panacur niet voldoende werkt. In erg hardnekkige gevallen worden beide middelen gecombineerd. Resistentie voor deze middelen komt steeds vaker voor.

Invloed van de reguliere behandeling van Giardia op het lichaam

Van Metrobactin is bekend dat het van negatieve invloed is op de darmflora. De diversiteit aan bacteriën in de darm neemt af maar ook het aantal van belangrijke goede darmbacteriën tijdens gebruik van Metrobactin. Panacur lijkt de darmflora niet in noemenswaardige mate te beïnvloeden.

Braken of lichte diarree kunnen optreden als gevolg van het behandelen met Panacur. Braken, leverbeschadiging (hepatotoxiciteit), tekort aan witte bloedcellen (neutropenie) en aandoeningen aan het zenuwstelsel kunnen de mogelijke bijwerkingen zijn van Metrobactin.

Natuurlijke ondersteuning

Natuurlijke ondersteuning met kruidensupplementen tijdens en na een Giardia-infectie is wat ons betreft hard nodig! Niet alleen om de nadelige effecten van de aanwezigheid van Giardia op de darmgezondheid te ondersteunen, maar ook om de bijeffecten van een behandeling met reguliere medicatie te herstellen. 

Natuurgeneeskundige dierenartsen werken vaak met krachtige kruidenmiddelen om Giardia te bestrijden. Ook dan is ondersteuning die gericht is op het versterken van de algehele weerstand en darmflora nodig.

Last but not least….speciale aandacht voor voeding

Goede voeding is de beste basis voor een goede gezondheid, daar is al eerder in dit blog (en ook al veel vaker door ons) over gesproken. Maar ook is voeding van invloed op de ontwikkeling van Giardia. Om de ontwikkeling van Giardia zoveel mogelijk te beperken is het bijvoorbeeld belangrijk om een koolhydraat- en vetarme, maar wel eiwitrijke voeding aan te bieden.

Deze informatie is uitsluitend bedoeld voor educatieve doeleinden en vervangt niet het advies van een dierenarts.

Bron: de Groene Os.